“Je kunt niet in de toekomst kijken”. Hoe vaak houden we dat elkaar niet voor. Het is ook grotendeels waar. Maar toch is het niet zo vanzelfsprekend. Om te beginnen zijn daar de positieve vooruitblikken. Lekker uit eten vanavond, kun je er al onder vangen. Of een boek dat je al een poosje zo graag wilde hebben en dat je nu besteld hebt, het komt er aan! Je kunt je nu al voorstellen hoe je daar straks lekker in kunt verdwijnen, heerlijk toch!

Soms echter wordt je een blik op de toekomst gegund die je liever niet had gehad. Zoiets over kwam ons in de afgelopen tijd. Als je zesentachtig bent, gaan de dingen niet altijd meer zoals je dat altijd gewend was. Je loopt wat moeizamer de trap op, oké daar is een oplossing voor bedacht, de traplift. Fijn, want vooruitkijken naar een verhuizing hoeft nu niet meer. Maar ja, het geheugen laat je ook wel eens in de steek. En daar zijn geen hulpmiddelen voor. Dat weet je, maar als het te vaak voorkomt, wordt het tijd om daar eens wat gerichter naar te laten kijken.

Om kort te gaan, we zijn een paar maanden intensief met dat probleem bezig geweest en de conclusie is, dat meneer Alzheimer, die volgens Hans al een poosje om de hoek woonde, nu op de stoep staat. Hij laat hem nog niet binnen hoor, maar ontkennen heeft geen zin. Je blik op de toekomst wordt er toch een stuk minder onbevangen door. We praten er samen regelmatig over, maar oplossen kun je het probleem niet.

Ik moet toegeven, dat ik er af en toe best somber van word. Dan zie ik het even niet meer zitten. Nu zag ik deze week een mevrouw op de tv die in Polen woont en die in haar buurt ging kijken in een schuilkelder van de jaren vijftig. Wat als ze die eens nodig zou hebben? Aanvankelijk was het er donker, geen hand voor ogen te zien. Ze wist niet waar het lichtknopje zich bevond. Toen ze het uiteindelijk gelokaliseerd had en het licht ook brandde, veranderde er veel voor haar.

Dat beeld, van dat lichtknopje, dat heb  ik, denk ik, nu ook gevonden. Mijn lichtknopje heeft meerdere functies. Het eerste heet nu. Kijk naar wat je nu allemaal kunt doen, om het leven aangenaam te maken. Korte vakantietripjes, lekker uit eten gaan, of een kop koffie drinken in ons favoriete eethuis. We hoeven niet zo nodig naar het buitenland, daar kunnen we wel op terugkijken. Van Japan tot Portugal en van België tot Sicilië. Het tweede knopje is ook heel belangrijk, ik noem het openheid. Het heeft even geduurd, maar nu ik het gevonden heb en we er samen over gepraat hebben, merk ik dat het verlichtend werkt, letterlijk én figuurlijk.

Als je er  samen op blijft kauwen, praat je jezelf en de ander in de put. Dat betekent niet dat het steeds voor ons, al of niet samen met anderen, onderwerp van gesprek hoeft te zijn, maar erover praten, of zoals nu schrijven,  moet wel kunnen.

Ondertussen gaan we door met ons leven. Hans heeft besloten om niet meer te rijden en zijn auto is nu weg, mijn Aygo is ook terug naar de garage. Er staat nu een mooie Toyota Yaris voor de deur, waar ik in rijd. We gaan ervan genieten. Van de Yaris en van deze tijd.

Overigens in tegenstelling tot Corona is hier geen sprake van een besmettelijke ziekte, ons huis staat net zo open als altijd.

Miriam Vaz Dias