Een zoetekauw ben ik niet, maar voor Pastéis ga ik door de bocht. Het lekkerste gebak dat ik ooit gegeten heb en wel in Lissabon, in Belém om precies te zijn. Een volledig blauw betegelde winkel met café waar het altijd bomvol is. Zelf maken is niet moeilijk, zo klaar en… eens gedaan betekent vaker doen!

Voor 8 taartjes:

  • 1 afgestreken eetlepel bloem + bloem om te bestuiven
  • 8 plakjes roombladerdeeg, ontdooid
  • 30 – 40 gram koude roomboter
  • 250 ml slagroom
  • 1 vanillestokje, opengesneden
  • 5 eidooiers
  • 90 gram suiker
  • verder: een muffinblik, ingevet met boter

Bestuif het werkblad met bloem. Snijd de boter in flinterdunne plakjes. Leg een bladerdeegplakje voor je en leg er een of twee plakjes boter op. Leg er een volgend plakje bladerdeeg op en maak zo een stapeltje van 4 plakjes bladerdeeg met 4 laagjes boter. Rol het deeg op, met de boter aan de binnenkant, en snijd de rol overdwars in 4 stukken. Herhaal met de resterende plakjes bladerdeeg en boter. Bestuif het werkblad opnieuw met bloem en bestuif ook de deegroller. Rol de stukjes deeg uit tot ronde lapjes van zo’n 11 cm. Bekleed er 8 holletjes in het muffinblik mee. Zet het muffinblik terwijl je de custard maakt in de koelkast. Verwarm de oven voor op 240 graden. Breng de slagroom met het vanillestokje in een pan aan de kook. Draai het vuur uit en laat even staan. Roer in een kom de eidooiers los met de suiker en bloem. Vis het vanillestokje uit de room, schraap het merg eruit en voeg toe aan de room. Schenk een flinke scheut warme room bij de eieren en roer los met een garde. Schenk er vervolgens, al roerend, alle room bij. Schenk het ei-roommengsel terug in de pan en zet op laag vuur. Blijf rustig roeren tot de vla begint te binden. Schenk de eiervla door een zeef en verdeel vervolgens over de deegbakjes. Bak de pasteis de nata in ongeveer en kwartier goudbruin en gaar. Laat 5 minuten afkoelen in het muffinblik en haal ze er voorzichtig uit. Serveer warm bestoven met poedersuiker en kaneel.